het weer

Regen, wind, wolken, zon,..

Allemaal woorden die de kleuters goed kennen.
Maar de volgende weken gaan wij er eens dieper op in. 

Regenboog, storm, orkaan, waaien, ...

We beginnen met een woordspin te maken.
Welke woorden kennen we reeds, welke woorden horen we in het boek en kunnen we erbij zetten,...

We leren dat er zo iets is als seizoenen.
4 meer bepaald: zomer, herfst, winter en lente.
Welke dingen kan je doen in welk seizoen, en welke kledij moet je dan aan?

Een eerste onderzoek en filmpje komt bied zich aan. 

Een paraplu heb je nodig voor de regen.
Ik heb er enkele mee voor in de klas te bekijken.
De kleuters merken al snel dat er grote en kleine zijn.
Er zijn ook nog prentjes van paraplu's met verschillende symbolen en kleuren.
We ordenen en sorteren ze netjes in een rooster.
Daarna moet iedereen zelf aan de slag.
De 2de kleuterklas ordende op kleur en grote.
De 3de kleuterklas op vorm en kleur. 

Ook de schrijfmotoriek en het overnemen van patronen wordt deze week geoefend:

Het knustelwerkjes laat ons dan weer werken van licht naar donker.
We starten met een witte wolk en schilderen de lucht er rond steeds een tintje donkerder. 

Maar het tofste hoekje deze week is de verkleedhoek.
Allerlei attributen en kleren liggen in de fotostudio te wachten op de kinderen.
Ze mogen zich verkleden volgens een seizoen of eens een grappige foto maken met verschillende kleren van verschillende seizoenen.
Als iedereen geweest is, ga ik ze leren om deze te bewerken zodat je foto's krijgt zoals hier onder:

Het volgende weer - element dat we eens beter gaan bekijken is de wind.
Ook een nauwkeurige studie van het weerbericht moet nog gebeuren.